Op een mistige, koude dag liep ik op het strand bij Cadzand. In gedachten verzonken, een beetje rillend, ploegde ik door het mulle zand. Veel mensen waren er niet te vinden. Eigenlijk was er helemaal niemand. Niemand, behalve de ruisende zee, om mijn gedachten mee te delen. De zee waaruit damp opsteeg, flarden mistige lucht.
Constante wisseling van kleur
Gefascineerd door dit schouwspel stond ik even stil en keek naar de constante wisseling van kleur. Opeens leek het net of er iets kwam aandrijven. Een klein bootje misschien? Ik werd heel nieuwsgierig en stapte het koude water in. Het voorwerp kwam steeds dichterbij, het was nog niet goed zichtbaar. Nog een eindje verder de zee in! Ik voelde al helemaal geen kou meer. Hoe dichter ik het naderde hoe meer ik kon ontwaren.
Zou het… zou het?
Zou het een bloem kunnen zijn? Nog dichterbij kwam het en nu zag ik het toch echt. Het was een bloem. Een bloem met zoveel pracht, net een Lotusbloem. Zou dat kunnen, aan het strand in Zeeuws-Vlaanderen? Nu kon ik het pakken. Met mijn armen schepte ik de tere bloem uit het water. Heel even leek ze in elkaar te zakken, maar dan gaf ze zich aan mij over en versteende.

De LotusBloem
Mijn schat
Deze bloem, nog druipend van het water, werd mijn schat. Gevonden aan het strand op die koude, mistige dag. Kijkend naar de zee begreep ik het gelijk. Zeeuws-Vlaanderen, dat stukje land aan de zee, doordrenkt van water. Hier hoor ik, hier kan ik werken en me mee laten nemen door de zee.